Dinsdag 3 mei 2022

Al een week of twee zit ik er tegenaan te hikken om deze column te schrijven, want wie ben ik om als toch wat tweederangs schrijver de zo geslaagde Geert Mak[1] te bekritiseren.

Laat ik vooropstellen dat ik een behoorlijk aantal boeken van hem met heel veel genoegen en interesse heb gelezen. Zo schiet me meteen ‘Hoe God verdween uit Jorwerd’ te binnen, des te interessanter omdat de oom naar wie ik genoemd ben (inderdaad oom Peet) in Hijlaard (Hilaard) aan de overkant van de weg woonde en ik de omgeving daar dus goed kende. Ook al omdat we later met een andere tante en haar man wel eens gingen biljarten in het café van Jorwerd.

Ook ‘De eeuw van mijn vader’ vond ik zeer boeiend en herkenbaar omdat het ook de eeuw van mijn eigen vader was en ook ‘Reizen zonder John’ blijft door de gedachte erachter een aanrader. Op basis van zijn boek ‘De levens van Jan Six’ heb ik vele malen een rondleiding gegeven aan vrienden, familie en bekenden langs de relevante panden uit dat boek hier in Amsterdam. In het verlengde daarvan heb ik uiteraard ook zijn boek over het Stadhuis/Paleis op de Dam gelezen.

Na zoveel aanprijzen mag enige kritiek nu toch wel lijkt me.

Recent heb ik pas zijn boek ‘Grote verwachtingen In Europa 1999 – 2019’ gelezen. Ik zeg ‘pas’ omdat het boek uit 2019 is en het wel opvalt dat een boek van voor de coronacrisis opeens heel veel gedateerder is geworden. Dit boek is het vervolg op het enorm succesvolle ‘In Europa’ dat in 2004 verscheen en pakt de draad daarna weer op in 1999. Geert Mak schetst, zo hij zelf zegt, de sfeer en stemming tijdens de eeuwwisseling, het optimisme dat toen hoogtij vierde maar gaandeweg toch ook weer verdween.

In dit boek is er uiteraard ook aandacht voor de bankencrisis die vanaf het najaar 2008 ook hier echt begint te spelen. In hoofdstuk 7 hierover staat ook een stukje op pag. 192 dat mij wel opviel: “In Nederland waren zelfs de provincie Noord-Holland en enkele gemeenten de dupe: gelokt door de hoge rentes hadden ze hun reserves ondergebracht bij Icesave, voor een kleine 100 miljoen dreigden ze nu het schip in te gaan.” Aangezien ik in die tijd gedeputeerde in Noord-Holland was en ook degene die namens alle provinciale en gemeentelijke overheden de gesprekken over de claim op IJsland leidde, weet ik dat deze – in feite maar ene – zin boordevol onjuiste suggesties staat en ook gewoonweg fouten bevat.

1: Er waren meerdere provincies met geld bij een IJslandse bank en tientallen gemeenten.

2: Geld wegzetten via de treasury-afdeling is volkomen onafhankelijk van de politiek, uiteraard. Dus niemand van ons werd gelokt door de hoge rente, dat zag namelijk ook niemand van ons.

3: Uiteraard was er geen geld van overheden bij de internetspaarbank Icesave gestald, maar echt bij Landsbanki (Landsbankinn), toch ook de voormalige centrale bank van IJsland. Ook hadden sommige overheden geld uitstaan bij de andere grote IJslandse bank Kaupthing

4: Uiteraard was het vrijwel nooit de hele reserve; wij hadden bijvoorbeeld deposito’s lopen bij dertien banken met in totaal zo’n 850 miljoen euro. Klinkt als veel, maar de provinciale weg N201 opknappen kostte 550 miljoen en dat geld moet je voor de projectstart geregeld hebben.

5: De veiligheid van de banken werd op basis van de informatie van De Nederlandsche Bank beoordeeld. Zo zag je later bij onderzoek dat op de dag dat (een deel van) ons geld naar Landsbanki ging een offerte met een hogere rente van een Turkse bank genegeerd werd.

6: Totaal ging het om zo’n 450 miljoen euro. Als ik me goed herinner, was daarvan bijna 400 miljoen euro bij de overheden en nog eens zo’n 50 miljoen bij grote spaarders boven de 100.000 euro.

7: En niet onbelangrijk: alle geld was ten tijde van het uitbrengen van dit boek allang terugkomen, voor een (flink) deel nog met forse rentes van zo’n vijf procent[2]. Kom daar nu nog eens om. En ja, daar konden de advocaatskosten moeiteloos van af.

Dus ik begin dan wel te twijfelen. Zo’n klein stukje dat ik wel echt kan beoordelen met zoveel onjuistheden. Dat geeft te denken voor de rest van het boek, want één nadeel heeft Geert Mak altijd wel wat. Zijn toon is heel erg vol zekerheid en vanzelfsprekendheid. Dat leest lekker, maar we maken toch ook dagelijks mee dat de geschiedenis van toevalligheden aan elkaar hangt en een mens nou eenmaal ook niet van alles verstand heeft, hoe stellig je er ook over schrijft.

Dus nee, niet echt een beste beurt van hem en ik had hier in 2018 zelf al eens over geschreven[3]. Mak had dus beter kunnen weten 😉


[1] https://www.geertmak.nl/nl/boeken/

[2] https://www.rd.nl/artikel/590791-hoe-zat-het-ook-alweer-met-icesave

[3] https://petersvisser.nl/2018/09/19/crisis-what-crisis/#more-375

Deel deze column