Over mijn eerste boek: Moordvakantie in Wales
Al lang lees ik graag thrillers, maar steeds vaker vond ik ze wel heel ingewikkeld worden met heel veel verschillende personen die ook nog eens vanuit verschillende invalshoeken werden gevolgd. Ik had gewoon weer eens zin in een ouderwets spannende thriller, waarbij vooral de vraag wie het nou gedaan heeft centraal staat voor de ene hoofdpersoon met wie je het boek beleeft. Waarom zo’n boek dan zelf niet eens schrijven, bedacht ik me en zo begon ik er eind 2008 vrijmoedig aan.
Na ongeveer acht duizend woorden strandde ik en na een paar pogingen nam mijn gewone werk het weer helemaal over en bleef wat ik geschreven had een paar jaar bleef liggen. Tot ik eind 2012 alles weer eens doorlas en het zonde vond om er niet mee verder te gaan, ook omdat ik het idee erachter zo goed vond. De brainwave die voor mij toen werkte was om elke dag 600 woorden te schrijven (behalve op zaterdag) en dan maar zien waar je uitkomt. Twee regels golden daarbij wel; ik moest tevreden zijn over wat ik gemaakt had en ik moest een idee hebben waarmee ik verder ging in de volgende 600 woorden.
Dit ging lange tijd goed, tot ik ongeveer op tweederde van het boek kwam. Toen moest ik wel even gaan zitten om de rest in hoofdlijnen te bedenken. Alle aanwijzingen moeten uiteindelijk wel in een geloofwaardig eindplot landen. Gestaag werkend kwam er zowaar een boek af. Veel te lang en ook nog vol fouten.
Een leerproces is geweest om daarna nog eens flink te schaven aan het boek en daarvoor heb ik een halfjaar vrij genomen. Je begint met voorzichtig een paar woorden te schrappen, maar het moeten hele stukken tekst worden, hoezeer je dat ook aan het hart gaat. Zo zijn 128 duizend woorden teruggebracht tot zo’n 90 duizend. Hard om te doen, maar noodzakelijk zo heb ik gemerkt. Het boek is er heel veel beter door geworden. Het heeft de echte frisheid die een debuut in mijn ogen moet hebben.
Over mijn tweede boek: Dodelijke winter in de Ardennen
Dan heb je een boek geschreven en ben je er eerst ook apetrots op. Maar ja, wie schrijft er niet een boek besef je dan. Dus, hier kan het niet bij blijven. Er moet een tweede boek komen en eigenlijk ook een derde, want dan heb je pas echt iets, namelijk een trilogie. Kortom, nu maar eens even stoppen met werken en full time schrijven.
Nou daar zit je dan aan je bureau. Zo’n tweede boek is niet gemakkelijk, want je wilt vooral heel graag niet opnieuw het eerste boek schrijven. Op het geforceerde af maak je alles heel anders en daar moet je ook weer mee oppassen. Gestaag doorwerkend begon hier ook een goede lijn in te komen en wat zeker opviel was hoe veel doelgerichter ik schreef in vergelijking met het eerste boek. Uiteindelijk heb ik ook maar zo’n zes duizend woorden hoeven schrappen. Tegelijk heeft het schaven niet eens zo heel veel minder tijd gekost omdat ik heel veel details heb moeten controleren.
“Je wilt vooral heel graag niet opnieuw het eerste boek schrijven.”
Over dit boek ben ik zelf heel tevreden. Omdat het me gelukt is en ook zo relatief snel na het eerste boek, maar zeker ook door het net wat complexere verhaal en de geloofwaardige interactie van de hoofdpersoon met de andere betrokkenen. In de afzonderlijke editie heb ik het boek opgedragen aan alle journalisten die met gevaar voor eigen leven misstanden blootleggen. Zij zijn goud waard in mijn ogen.
Over mijn derde boek: Lange Schaduwen uit een Iers Verleden
Uiteraard wilde ik graag eens over Ierland schrijven, een land waar ik naar toe verhuisd had kunnen zijn en waar ik de liefde voor het rugby(kijken) heb ontdekt. Een land ook met een niet bepaald brandschoon verleden en een zeker nog complexe toekomst. Iedereen begrijpt met één blik op de kaart ook wel dat de scheiding tussen de republiek Ierland en het Britse Noord-Ierland geforceerd is en niet houdbaar zal zijn. Voordat rationaliteit hier de emotie zal overwinnen zal er nog wel heel wat water door de Maine dan wel Liffey gestroomd zijn.
“Voordat rationaliteit de emotie overwint zal er nog wel heel wat water door de Maine dan wel de Liffey gestroomd zijn.”
Zonder veel weg te willen geven kan ik zeggen dat mijn boek daar een beetje over gaat, net als over mijn liefde voor de boeken van Oscar Wilde. Bijna had ik het boek aan hem opgedragen, maar dat vind ik ook weer te aanmatigend. Alsof ik ook maar enigszins in de buurt kan komen van zo’n groot schrijver.
Het boek was in de eerste instantie niet veel korter dan het tweede boek. Bij de herziening van de tekst voor mijn vierde boek: Ronald Willemsen trilogie (nodig omdat ik de schrijfwijze in alle drie de boeken gelijk wil hebben) heb ik toch nog een flink deel geschrapt en is het duidelijk iets korter dan de eerste twee boeken geworden. Het kon het ook wel hebben, terwijl de sfeertekening van Ierland er juist door versterkt is.
Over mijn vijfde boek: Afscheidsdans met Hongarije
Na het afmaken van de Ronald Willemsen trilogie ben ik begonnen aan een volgende thriller. Deze keer met een andere hoofdpersoon, mede om mezelf fris te houden. In de loop van het werken daaraan merkte ik dat de politieke situatie in Hongarije, het oorspronkelijke land van mijn vrouw, me steeds meer dwars begon te zitten. Zozeer, dat het ook mijn schrijven begon te hinderen. Vandaar dat ik eerst dit boekje heb willen, maar ook haast heb moeten schrijven.
“Ik heb dit boekje willen, maar ook haast moeten schrijven.”
Het helder krijgen van wat me nu aan de ontwikkelingen in Hongarije dwarszat en wat ik er persoonlijk mee zou moeten doen, heeft veel langer geduurd dan de lengte van dit boekje zou doen denken. Ik heb geprobeerd om het niet te zwaar op te schrijven en de vele informatie terug te brengen, zodat het goed te volgen is en bruikbaar kan zijn voor iemand anders die met iets vergelijkbaars worstelt. Ik hoop dan maar dat ik daarin geslaagd ben.
Over mijn zesde boek: Kijkend in Verwondering
Sinds een paar jaar schrijf ik columns over allerlei maatschappelijke onderwerpen en heel soms over een meer persoonlijk onderwerp. Dan komt de gedachte op om ze te bundelen. Probleem is dat ik niet zo hou van boekjes waarin columns gebundeld zijn. Vaak is een aantal ervan toch wat te tijdgebonden en is de informatie of het grote probleem dat erin besproken wordt al wat achterhaald. Na wat geworstel heb ik besloten om de columns te gebruiken voor dit essay over ons mensen en de manier waarop wij met onze wereld omgaan.
“Ik heb besloten mijn columns te gebruiken voor dit essay over ons mensen en de manier waarop wij met onze wereld omgaan.”
Hierdoor is er meer lijn ontstaan in de tekst en het gaf mij de mogelijkheid informatie te actualiseren en ook behoorlijk wat toe te voegen. Uiteraard heb ik een selectie gemaakt in onderwerpen die ik uitdiep, maar ik wil u in dit boek graag meenemen in een bespreking van waar we staan op aarde en wat dit betekent voor onze toekomst.