Naast columns op mijn eigen website schrijf ik ook in vaktijdschriften, zoals voor het magazine Nu Duurzaam[1]. In mijn laatste column ga ik in op de zesde massa-uitstervingsgolf die wij mensen nu in gang zetten en die het nieuwe Nederlandse biodiversiteitsplan zeker niet gaat tegenhouden.

Biodiversiteit is de totale variatie in levende organismen. Door een komeetinslag, vulkaanuitbarsting of extreme klimaatverandering zoals de ijstijden, waren er de afgelopen 550 miljoen jaar vijf grote uitstervingsgolven. Op dit moment zijn wij mensen hard bezig een zesde massa-uitstervingsgolf in gang te zetten.

Het tempo waarin soorten uitsterven, ligt momenteel zo’n duizend maal hoger dan ecologisch gebruikelijk de afgelopen tien miljoen jaar. Er is dus sprake van een biodiversiteitscrisis, terwijl die biodiversiteit cruciaal is voor gezonde ecosystemen. Hoe groter de variatie in organismen die daarbinnen samenwerken, hoe groter de capaciteit van dit ecosysteem om schokken te weerstaan en leven te ondersteunen.

Ons huidige economische stelsel, de subsidieverlening en de financiële structuren komen het behoud en herstel van de biodiversiteit niet ten goede. Vernietiging door vooral agrarisch landgebruik en overexploitatie van de natuur door bijvoorbeeld houtkap, jacht en visvangst zijn de belangrijkste directe oorzaken van het verlies van biodiversiteit. Daarnaast spelen de toegenomen vervuiling en de groeiende klimaatinstabiliteit een rol. Door alle wereldhandel is het effect van invasieve soorten bovendien sterk toegenomen. Geschat wordt dat meer dan veertig procent van de inheemse soorten hierdoor gevaar loopt.

De organisatie die sinds 2012 kennis verzamelt over dit thema en tweejaarlijks over maatregelen vergadert, is het Intergovernmental Science-Policy Platform on Biodiversity and Ecosystem Services (IPBES). Net als het bekendere IPCC voor klimaatbeleid doet het IPBES geen eigen onderzoek, maar beoordeelt het wetenschappelijke publicaties voor hun rapporten. In 2019 kwam het IPBES behoorlijk op de kaart met een rapport waaruit bleek dat één miljoen soorten op aarde mogelijk op afzienbare termijn uitsterft. Het instituut analyseerde hiervoor zo’n 15.000 onderzoeksrapporten.

Vorig jaar vond de tweejaarlijkse conferentie over biodiversiteit plaats in Cali, Colombia, met een vervolg in Rome afgelopen februari. Belangrijkste uitkomst was de oproep voor het bijeenbrengen van zo’n 200 miljard dollar per jaar. Maar met alleen geld zijn we er niet. De lidstaten moeten hun acties vastleggen in een National Biodiversity Strategies and Action Plan (NBSAP). Nederland bracht dit eind maart uit. Mijn eerste reactie is niet erg enthousiast. Ja, er is steun voor de doelen, maar er komen geen extra maatregelen terwijl het huidige beleid al tekortschiet.

Ook de Voorjaarsnota geeft weinig hoop. Leuk dat er een weg in Twente kan worden aangepast en dat de verbreding van een sluis in de Afsluitdijk kan doorgaan. Maar onze echte problemen met stikstof of klimaat worden alleen maar vooruitgeschoven. Als we een grauwsluier van stikstof en PFAS blijven leggen en de opwarming niet aanpakken, blijft de biodiversiteit achteruit hollen.

Verantwoordelijk staatssecretaris Jean Rummenie heeft het vooral over realisme. Een net woord dat betekent dat je niet echt iets gaat doen. Realisme regelt zich namelijk vanzelf wel.

Helaas.


[1] https://nu-duurzaam.nl/

Deel deze column