woensdag 23 mei 2018

Vorige week heb ik geen column geschreven omdat ik een week vakantie wilde. Het riep de vraag bij me op hoelang we eigenlijk het verschijnsel vakantie kennen.
Het woord zelf komt uit het Latijn en het betekent het vrij zijn van verplichtingen. Oorspronkelijk was vrij zijn gekoppeld aan heilige feestdagen, die dan ook best lang gevierd konden worden. Zo duurde in zijn oorsprong het midwinterfeest twaalf dagen. Dat bleef zo na de omzetting in de katholieke kerstdagen en in 813 werd dat voor bijna 900 jaar teruggebracht naar maar vier dagen(!)[1].

Met de opkomst van de industriële revolutie had de arbeidende klasse helemaal geen vrij meer, maar het gebruik ontstond om het personeel op tweede kerstdag vrij te geven. Om zo’n dag zonder inkomsten te overleven kreeg men ook eten mee, de oorsprong van ons kerstpakket[2].

De eerste formele vakantiedagen hebben we opmerkelijk genoeg aan de Duitse bezetters te danken. In 1941 werden voor het eerst vakantiedagen aan de cao’s gekoppeld[3]. Oorspronkelijk maar zes, nu zijn het er minimaal twintig, maar in de praktijk veelal 25 per jaar bij een volledige baan. Daar bovenop komen de acht oorspronkelijk verplicht vrije feestdagen, die echter niet meer verplicht als vrij gelden sinds 2012[4].
Kon ik vroeger als student door een lang Paasweekend op Schiphol te werken mijn Austin Reed trenchcoat betalen door de vele toeslagen, dan geldt dat niet meer voor de studenten van nu. Die toeslagen zijn namelijk sinds 2012 ook van de baan. Die jas heb ik overigens nog steeds, door die toeslagen kon je wel kwaliteit betalen.

De mogelijkheid om echt vakantie te vieren door naar een andere locatie te gaan, komt pas op in het midden van de vorige eeuw. Zo herinner ik me dat mijn ouders begin jaren vijftig eens een weekje in een pension in Brabant zijn geweest en zij hebben in 1958 ook in een dag de wereldtentoonstelling in Brussel bezocht, de Expo’58[5]. Nou, dan was je wel een wereldreiziger in die tijd.
Echt op vakantie naar het buitenland gaan begint wat meer in de loop van de jaren zestig. Zo gingen wij in 1963 voor het eerst twee weken naar Duitsland en Luxemburg. Wel met al het eten mee, inclusief een grote jutezak aardappelen, want ja je weet maar nooit met dat rare voedsel over de grens. Toen de Duitse douanebeambte dat mud piepers zag, verzuchtte hij uit de grond van zijn hart: ‘Ach, die Holländer!’

In de jaren zeventig wordt het dan echt massaal en die ontwikkeling groeit nog steeds door. Het fenomeen begint zich aardig in zijn eigen staart te bijten, maar dat is wellicht een andere column waard[6].


[1] https://isgeschiedenis.nl/nieuws/geschiedenis-van-tweede-kerstdag

[2] https://www.kerstpakkettenxl.nl/blog/de-geschiedenis-van-het-kerstpakket/

[3] https://www.rd.nl/meer-rd/cultuur-geschiedenis/kleine-geschiedenis-van-de-vakantie-1.322845

[4] https://www.hr-kiosk.nl/hoofdstuk/arbeidsrecht/vakantiedagen-arbeidsrecht/vakantiedagen-inleiding-1

[5] https://anderetijden.nl/aflevering/317/Expo-58

[6] http://drustage.unep.org/resourceefficiency/environmental-impacts-tourism-global-level

[6] http://drustage.unep.org/resourceefficiency/environmental-impacts-tourism-global-level

Deel deze column