commentator, schrijver, muzikant

Mooi, maar wat kun je ermee?

dinsdag 2 februari 2021

Terwijl ze onder de douche stond, overleed mijn moeder op donderdag 16 november 1995 in de ochtend aan een hartstilstand. Ze was 71 jaar oud, maar ook al jaren psychiatrisch patiënt en woonde in de inrichting (zo noemden we dat toen) te Wolfheze. Om half elf werd ik gebeld en uiteraard laat je dan alles vallen en vrij snel daarna was geregeld dat ik en mijn twee broers en vader die middag daar bij elkaar zouden komen om afscheid van haar te nemen en afspraken te maken over haar crematie de maandag daarop. Mijn ouders waren toen, met name door haar ziekte, al een paar jaar gescheiden, maar mijn vader bleef altijd contact houden.

Zo’n dag regelen verloopt eigenlijk vanzelf, pas die avond drong het echt tot me door en kon ik opeens niet meer stoppen met huilen. Je weet rationeel dat je ouders eerder doodgaan dan jij en ze zouden ook niet anders willen. Maar ik was haast verbaasd hoe emotioneel het dan nog steeds is.

Op de zaterdag daarna zijn we als broers met partners er weer geweest, zij hadden hun kinderen toen meegenomen om ook afscheid te nemen. Mijn moeder was nu opgebaard en zag er eigenlijk heel ontspannen uit. Zo moet het misschien ook maar zijn dacht ik toen; je gaat dood en dat is het dan. Je moet daar als achterblijvers ook niet aan blijven trekken, dus ik moet haar ook maar gewoon laten gaan.
Terug in de trein zag ik over de velden bij Veenendaal drie zwanen vliegen. De eerste twee heel gemakkelijk, de achterste kon het maar net bijhouden. Daar vliegt Ma, ging het toen door me heen, terwijl ik naar de achterste zwaan bleef kijken. Vanaf dat moment bleef het voor mij zo dat als ik drie zwanen zag vliegen, ik in feite mijn moeder zag.

Na bijna een jaar kregen we bericht dat we nu echt de as moesten ophalen bij het crematorium in Arnhem en ik had inmiddels geregeld dat we die op een veldje van de inrichting in Wolfheze mochten uitstrooien (denk aan de windrichting dan!). Ik had ook al een mooi bankje laten plaatsen bij dat veldje.
Je zit dan wel een beetje in je maag met het asblik, want wat moet je daar dan mee? Ik heb het toen maar mee naar huis genomen, maar ik wilde er toch ook wel van af. Het dekseltje heb ik bewaard en het blik dan toch maar bij het afval gestopt. Wel nog een keer extra goed met een kwast schoongemaakt, want er zat nog wel wat as in en dat stop je uiteraard niet bij het vuil.
Toen op dinsdagochtend de afvalzak buiten stond, kon ik niet wachten tot de vuilophaal was geweest en het voelde wel als een duidelijke afsluiting toen ik de zak met daarin ook het asblik in de vuilniswagen zag verdwijnen. Ik liep meteen naar de keuken om een kop koffie te zetten en zie uit het keukenraam, hier in de Pijp in Amsterdam, boven de huizen drie zwanen vliegen die een bocht maken en weer weggaan. Nauwelijks te geloven, Ma neemt nog een laatste keer afscheid van me, dat moest het toch wel zijn.

Nou nee dus. Hoe prachtig zo’n ervaring ook voor mij is, daar kun je verder niets mee. Uiteraard zijn drie zwanen niet mijn moeder, uiteraard is ze verdwenen op het moment dat ze doodging en uiteraard zijn die laatste drie zwanen puur toeval. Misschien vlogen die al de hele week op dat tijdstip dit rondje, maar had ik ze steeds niet gezien.
Kortom, persoonlijke ervaringen zijn prachtig en ze verrijken zeker je eigen leven, maar dat is het dan ook. Je kunt er verder niet veel mee, behalve misschien eens een onderzoeksvraag verzinnen. Geniet er dus maar gewoon van, maar zoek er ook niet teveel achter en vermeng het niet met echte onderzoeksresultaten.

Deze column ging nou weer eens niet echt over Covid-19, maar de oplettende lezer weet misschien wel beter.

Deel deze column

4 reacties

  1. harry van den berg

    mooie persoonlijke column , jammer van je laatste zin die had de oplettende lezer inderdaad niet nodig om toch de strekking te begrijpen, doet een klein beetje afbreuk omdat je daardoor weer die corona realiteit in getrokken werd, terwijl de column juist corona overstijgend was , hartelijke groet, lees je graag

    • petersvisser

      Harry, dank en ja is altijd een afweging in hoeverre je expliciet moet zijn of niet, maar dan denk je hem maar weg 😉 Hartelijke groet terug

  2. frank roffel

    Mooie column , met liefde geschreven. Dat beeld van die derde zwaan die bij Veenendaal met moeite de andere twee zwanen bijhoudt, is voor mee als drager van een psychiatrische kwaal heel herkenbaar. Je wil wel, maar kan niet echt meekomen. Ik heb nauwelijks herinneringen aan je moeder, maar je liefde voor haar is voelbaar en dat stemt me goed. Ook ik had een beperkte moeder, waarvan ik toch veel hield.

    • petersvisser

      Inderdaad Frank, de liefde voor je moeder worden niet bepaald door haar kwaal, dat heb ik ook zeker gemerkt. En het klopt dat de derde zwaan niet goed mee kon komen, maar uiteindelijk toch ook weer wel. Dus hoe groot verschillen ook kunnen zijn in de vlucht, deze zwanen eindigden wel op dezelfde plek.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

300% groen door compensatie met
driemaal zoveel aan windenergiecertificaten